dinsdag 16 augustus 2011

De schoonheid van een slechte wedstrijd

PSV – RKC, zaterdagavond. De eerste helft is vanuit Eindhovens oogpunt gezien niet onaardig. De tweede is van een veel mindere kwaliteit dan dat je van spelers van PSV mag verwachten. Met hangen en wurgen wordt een in de eerste helft vergaarde 1-0 voorsprong op de promovendus uit Waalwijk over de streep getrokken. De drie punten zijn binnen maar dit kan het grootste gedeelte van het publiek nauwelijks bekoren. Striemende fluitconcerten en weinig intelligente verwensingen rollen van de tribunes.

Wanneer de wedstrijd ten einde is maken de spelers, zoals na iedere wedstrijd, een soort van ereronde om de supporters te bedanken, hoewel het rondje na een wedstrijd als deze vaak iets wordt ingekort en zich beperkt tot een beetje klappen in de middencirkel. Mijn rechterbuurjongen in vak HH blijft trouw staan en klapt de spelers toe als dank voor de overwinning. Één van de ‘uitfluiters’ loopt ondertussen al de trap af richting uitgang en roept hem vol sarcasme toe dat er “gelukkig nog één iemand heeft genoten vandaag”. Zelf zit ik hier tussenin en hou me op de vlakte.

Dit moment is wat mij betreft een voorbeeld van de ware schoonheid van voetbal. Drie personen met alle drie hun eigen beleving. De positievelling die zijn club onvoorwaardelijk blijft steunen en dit ook uit in daden. Wanneer het niet goed gaat heeft altijd de scheidsrechter het gedaan of is er sprake van domme pech. Nimmer is het eigen onkunde. De negatieveling die na vijftien minuten in de eerste helft en na de eerste de beste verkeerde pass de betreffende speler voor rotte vis uitmaakt. De spelers kunnen er niks van en de trainer moet al helemaal oprotten. En dan is er nog de wat meer teruggetrokken toeschouwer, die doorgaans gewoon lekker hoog en droog op de tribune zijn wedstrijdje zit te kijken. Die bij mooie momenten zeker in extase raakt maar in slechte tijden zijn ploeg nooit zal afvallen, hoewel kritische kanttekeningen bij het vertoonde spel wel gedeeld worden met zijn voetbalvriend.

Dit zijn slechts drie voorbeelden, maar met 35.000 man in één stadion zijn er ongetwijfeld nog veel meer verschillende belevingen van het spel mogelijk. Al deze belevingswerelden vormen één keer in de twee weken één geheel. En dat maakt voetbal zo mooi. Voetbal gaat niet om winst of verlies, om slecht of goed spel, om trofeeën of degradatie. Voetbal gaat om de beleving en de passie. Voetbal is niet dat schitterende doelpunt maar de euforie die het veroorzaakt. Voetbal is niet de dramatische scheids maar juist het klagen daarover na de wedstrijd terwijl je met z’n allen vanuit het stadion terug naar de auto of het station loopt. De schoonheid van voetbal is de passie voor het spel, voor de club, jouw club. De manier waarop al die verschillende mensen uit alle lagen van de bevolking een potje voetbal allemaal op hun eigen manier beleven. Alleen dat maakt zo’n wedstrijd al de moeite waard, hoe slecht die feitelijk ook moge zijn.