maandag 8 april 2013

‘Best of three’ in tafeltennis is geen oplossing

Om het tafeltennissen aantrekkelijker te maken voor het publiek denkt de Nederlandse Tafeltennis Bond (NTTB) erover om de wedstrijden in de eredivisie volgens een ‘best of three-systeem’ te gaan spelen. Dit om de partijen korter te maken en op die manier het publiek tegemoet te komen dat niet zit te wachten op een urenlange pingpongsessie.

Voor de tafeltennisleken even een korte pingpongprofielschets. Een tafeltennispartij wordt normaal gesproken gespeeld om drie gewonnen games (best of five). Degene die als eerst elf punten maakt met minimaal twee punten verschil wint de game. Vroeger speelde men al best of three, maar toen ging een game tot 21 punten. Tijdens een eredivisiewedstrijd worden zeven partijen gespeeld. Afhankelijk van het scoreverloop duurt een partij ongeveer 15 tot 30 minuten. Snel rekenwerk leert ons dat een spannende competitiewedstrijd dus inderdaad al snel een hele zit kan worden.

De vraag in deze is of korter ook altijd beter is. Hoe korter een partij, hoe meer het immers een loterij gaat worden. Vroeger moest men 42 (2 X 21) punten maken om een wedstrijd te winnen. Tegenwoordig nog maar 33 en in de toekomst wellicht nog maar 22. Er zullen hierdoor wat vaker verrassende uitslagen voorkomen. Aan de ene kant misschien leuk, maar aan de andere kant kun je je afvragen wat dergelijke overwinningen nog waard zijn wanneer de geluksfactor een steeds grotere rol gaat spelen.

Ook al staat volgens de NTTB het publiek centraal bij de eredivisie, toch moet de bond het belang van de spelers en speelsters niet uit het oog verliezen. Voor hen lijkt het me niet leuk om het hele land door te reizen voor twee ultrakorte potjes pingpong. Men moet niet vergeten dat dit vrijwel allemaal amateurs zijn voor wie tafeltennis een (serieuze) hobby is. Wanneer het spel voor hen dusdanig onaantrekkelijk gemaakt wordt kan ik me goed voorstellen dat een aantal van hen er geen zin meer in heeft en op een vrije zaterdag of zondag liever wat anders gaat doen dan vanuit Limburg, Brabant of Zeeland helemaal naar Den Helder karren.

Wellicht kan de NTTB eerst eens naar alternatieven kijken en bijvoorbeeld gaan onderzoeken waarom het honkbal in Amerika, ondanks al die uuuurenlange wedstrijden, zo enorm populair is. Ik zie wat dat betreft wel gelijkenissen met tafeltennis. Lang niet iedere actie/rally is even spectaculair. De spanning zit ‘m vooral in het einde van een inning/game en neemt toe naarmate de wedstrijd vordert. Veel baseballfans komen dan ook pas na enkele innings het stadion binnen en maken er een echt uitje van. Tussendoor nemen ze bijvoorbeeld rustig de tijd om even een hotdog of een bak popcorn te halen.

Deze cultuur zou prima bij tafeltennis passen. Komen wanneer je denkt dat het interessant gaat worden en tussen de partijen door even lekker snacken in de kantine. Snijden in de actieve speeltijd is dan niet nodig. Maar NTTB, mochten jullie nou toch per se de wedstrijdduur in willen korten, schaf dan alsjeblieft die ellendige pauzes tussen de games af. Spelers staan nu vaak na een gespeelde game minuten langs de kant uit te rusten, onderwijl met een half oor luisterend naar alle tactische tips die de coach op ze loslaat. Door daar het mes in te zetten wordt er een groter beroep gedaan op de conditie, wordt het meer een fysieke (lees: echte) sport met waarschijnlijk meer dramatiek in minder tijd. Succes verzekerd!