donderdag 7 maart 2013

Boogies biecht

Er was eens een tijd dat we het (bijna) allemaal zeiden: “Ja, veel wielrenners gebruiken doping. Maar Michael Boogerd zeker niet!” Maar ziedaar, anno 2013 moet Nederlands grootste troetelwielrenner bekennen dat ook hij uit de verboden pot heeft gesnoept.

Een bekentenis die, gezien de onthullingen van de laatste tijd, niet meer als een verrassing kwam. Boogies biecht zal dan ook niet de geschiedenis ingaan als het meest schokkende sportmoment ooit. Vandaag pakken de kranten er natuurlijk nog groot mee uit maar over een weekje zal het allemaal wel weer overgewaaid zijn.

De bevolking reageert er ook maar lauwtjes op. Heel anders dan op het ‘mea culpa’ van die Amerikaanse baas uit Texas. Er bekruipt mij hier sterk het gevoel dat er met twee maten gemeten wordt. Daar waar Lance Armstrong  de ergst mogelijke verwensingen naar zijn hoofd geslingerd krijgt en wordt neergezet als de grootste bedrieger aller tijden begrijpen we van Michael Boogerd eigenlijk heel goed dat hij zijn toevlucht nam tot verboden middelen. Zonder dat spul kon je immers gewoonweg niet meekomen. En iedereen zat er toch aan in die tijd?

Helemaal waar! Alleen geldt dat dan natuurlijk ook voor Armstrong. Hij deed weinig anders dan Boogerd, behalve dan zeven keer de Tour winnen. Maar waar Lance gestript is van al zijn behaalde resultaten zal Boogerds naam hoogstwaarschijnlijk gewoon in de uitslagenlijsten blijven staan.

Men kan ook maar beter niet te veel aan die uitslagen tornen. Immers, wanneer je alle dopingzondaars daaruit moet schrappen houd je vrijwel geen klassement meer over. Wat mij betreft mogen Boogerd en Armstrong hun prijzen gewoon houden. Het is weliswaar sneu voor de renners die toentertijd wel clean reden, maar het uitzoeken welke weinige renners in welke koers niet gedrogeerd waren is onbegonnen werk.

Iedereen weet hoe de wielerwereld in elkaar zat. Want als zelfs Michael Boogerd niet te vertrouwen was, wie dan nog wel? Jammer, maar het is niet anders. Laat het rusten en laten we ons richten op de toekomst waarin ongetwijfeld ook weer geschiedenis zal worden geschreven. Wellicht met iets minder hulp uit een potje of reageerbuisje.