zaterdag 16 juni 2012

Lance Armstrong: geen dope, wel snickers en cola

Het is weer eens zover. Lance Armstrong wordt door het Amerikaanse antidopingagentschap beschuldigd van dopinggebruik. Ditmaal is hij zelfs per direct geschorst, wat betekent dat hij niet meer deel mag nemen aan triatlonwedstrijden, de sport waar Armstrong zich na zijn wielercarrière op heeft gestort.

Het begint een beetje irritant te worden. Steeds maar weer worden er onderzoeken opgestart om maar te bewijzen dat ‘the Boss’ ooit uit een verboden potje heeft gesnoept. In februari werd er nog een onderzoek afgesloten maar dat maakt de dopinghunters schijnbaar niks uit. Men zal doorgaan totdat Armstrong aan de schandpaal genageld is.

Wat mij het meeste irriteert is dat gerichte jagen op één persoon. De gedrevenheid waarmee men Armstrong tracht te ontmaskeren als dopingzondaar is bijna op het bizarre af. Maar waarom wil iedereen zo graag bewijzen dat Armstrong doping heeft gebruikt, terwijl ik niemand hoor vragen of, noem eens iemand, Michael Boogerd, Andrea Tafi of Peter van Petegem altijd wel helemaal zuiver zijn geweest. Terwijl deze mannen toch ook grote wedstrijden hebben gewonnen.

Om maar te zwijgen over de grote namen uit een verder verleden zoals Anquetil, Merckx en Hinault. Ik herinner me een verhaal van een Britse wielrenner die in de tijd van Hinault meedeed aan de Tour de France. In een individuele tijdrit had hij zich helemaal het schompes gereden. Na afloop van de etappe, toen hij nog altijd compleet gesloopt was zag hij Bernard Hinault staan, die eruit zag of hij net een opwarmrondje had gereden maar die wel tien minuten sneller was geweest dan hij. De Brit, toch een aardige prof, snapte er niks van.

Terug naar Lance. De Texaan dreigt zijn zeven Tour-overwinningen kwijt te raken. Heeft de sportwereld daar baat bij? Denk het niet. We hebben dit jaar nog kunnen meemaken hoe Andy Schleck en Michele Scarponi na de (overigens ook belachelijke) schorsing van Alberto Contador alsnog de overwinning in respectievelijk de Tour de France en de Giro d’Italia kregen toegewezen. Om nou te zeggen dat dit tot een groot feest leidde? Niet bepaald. Niemand wordt er blij van, het publiek niet en zelfs de renners in kwestie niet.

Bovendien, wanneer Armstrong zijn Tour-zeges kwijtraakt, naar wie gaan die overwinningen dan? In het AD werd vanochtend terecht geschreven dat de mannen die steevast achter Armstrong eindigden, onder andere Alex Zülle, Jan Ullrich en Ivan Basso, ook allemaal een dopingverleden hebben. De drie genoemde renners zijn zelfs ooit geschorst geweest in verband met het gebruik van verboden middelen. Moet de gele trui dan naar een nog lager geklasseerde deelnemer gaan? Maar ja, dan komen we dus in de regio renners waar niet zoveel onderzoek naar is gedaan. Dit moet dan natuurlijk ook gebeuren en dan kan het zomaar zo zijn dat Bram Tankink ooit nog eens als Tourwinnaar de boeken in gaat.

En natuurlijk, zelfs ik als groot Armstrong-fan kan niet met 100% zekerheid stellen dat hij vrij is van dopingzonden. Maar op een bepaalde manier doet het er ook helemaal niet toe. De man is een absolute held. Op het randje van de dood gestaan en dan op zo’n manier terugkeren in de sport. Hij is een inspiratiebron voor miljoenen mensen over de hele wereld. Feit blijft ook dat hij nooit betrapt is op doping. Maar hoe dan ook, er komt meer bij kijken dan een simpel pilletje of een bloedtransfusie om dergelijke prestaties neer te zetten. Van Ullrich is bekend dat hij onder de dope zat, maar toch kon hij Lance niet bijhouden. Waarom niet? Omdat wanneer ‘Der Jan’ met kilo’s overgewicht de winter uit kwam rollen Lance al maanden maniakaal aan het trainen was met als enige doel: winnen in Frankrijk. Naast erfelijke aanleg maken discipline en doorzettingsvermogen Lance Armstrong tot de absolute topatleet die hij is. Kenmerkend is het citaat uit een interview met Mart Smeets van jaren geleden waarin Armstrong vertelt over zijn voorbereidingen gedurende de week voorafgaand aan het door hem gewonnen wereldkampioenschap in Oslo in 1993: “I did 240 kilometers, all alone. And every hour I stopped for a snickers bar and a coca-cola. For eight hours!” En dat is precies wat de man zo uniek maakt. Zelfs op alleen snickers en cola zou Lance nog een hele goeie zijn.