Het begint een beetje irritant te worden. Steeds maar weer
worden er onderzoeken opgestart om maar te bewijzen dat ‘the Boss’ ooit uit een
verboden potje heeft gesnoept. In februari werd er nog een onderzoek afgesloten
maar dat maakt de dopinghunters schijnbaar niks uit. Men zal doorgaan totdat
Armstrong aan de schandpaal genageld is.
Wat mij het meeste irriteert is dat gerichte jagen op één
persoon. De gedrevenheid waarmee men Armstrong tracht te ontmaskeren als
dopingzondaar is bijna op het bizarre af. Maar waarom wil iedereen zo graag
bewijzen dat Armstrong doping heeft gebruikt, terwijl ik niemand hoor vragen
of, noem eens iemand, Michael Boogerd, Andrea Tafi of Peter van Petegem altijd
wel helemaal zuiver zijn geweest. Terwijl deze mannen toch ook grote
wedstrijden hebben gewonnen.
Om maar te zwijgen over de grote namen uit een verder
verleden zoals Anquetil, Merckx en Hinault. Ik herinner me een verhaal van een
Britse wielrenner die in de tijd van Hinault meedeed aan de Tour de France. In
een individuele tijdrit had hij zich helemaal het schompes gereden. Na afloop
van de etappe, toen hij nog altijd compleet gesloopt was zag hij Bernard Hinault
staan, die eruit zag of hij net een opwarmrondje had gereden maar die wel tien
minuten sneller was geweest dan hij. De Brit, toch een aardige prof, snapte er
niks van.
Terug naar Lance. De Texaan dreigt zijn zeven
Tour-overwinningen kwijt te raken. Heeft de sportwereld daar baat bij? Denk het
niet. We hebben dit jaar nog kunnen meemaken hoe Andy Schleck en Michele
Scarponi na de (overigens ook belachelijke) schorsing van Alberto Contador
alsnog de overwinning in respectievelijk de Tour de France en de Giro d’Italia
kregen toegewezen. Om nou te zeggen dat dit tot een groot feest leidde? Niet
bepaald. Niemand wordt er blij van, het publiek niet en zelfs de renners in
kwestie niet.
Bovendien, wanneer Armstrong zijn Tour-zeges kwijtraakt, naar
wie gaan die overwinningen dan? In het AD werd vanochtend terecht geschreven
dat de mannen die steevast achter Armstrong eindigden, onder andere Alex Zülle,
Jan Ullrich en Ivan Basso, ook allemaal een dopingverleden hebben. De drie
genoemde renners zijn zelfs ooit geschorst geweest in verband met het gebruik
van verboden middelen. Moet de gele trui dan naar een nog lager geklasseerde
deelnemer gaan? Maar ja, dan komen we dus in de regio renners waar niet zoveel
onderzoek naar is gedaan. Dit moet dan natuurlijk ook gebeuren en dan kan het
zomaar zo zijn dat Bram Tankink ooit nog eens als Tourwinnaar de boeken in
gaat.
En natuurlijk, zelfs ik als groot Armstrong-fan kan niet met
100% zekerheid stellen dat hij vrij is van dopingzonden. Maar op een bepaalde
manier doet het er ook helemaal niet toe. De man is een absolute held. Op het
randje van de dood gestaan en dan op zo’n manier terugkeren in de sport. Hij is
een inspiratiebron voor miljoenen mensen over de hele wereld. Feit blijft ook
dat hij nooit betrapt is op doping. Maar hoe dan ook, er komt meer bij kijken
dan een simpel pilletje of een bloedtransfusie om dergelijke prestaties neer te
zetten. Van Ullrich is bekend dat hij onder de dope zat, maar toch kon hij
Lance niet bijhouden. Waarom niet? Omdat wanneer ‘Der Jan’ met kilo’s
overgewicht de winter uit kwam rollen Lance al maanden maniakaal aan het
trainen was met als enige doel: winnen in Frankrijk. Naast erfelijke aanleg
maken discipline en doorzettingsvermogen Lance Armstrong tot de absolute
topatleet die hij is. Kenmerkend is het citaat uit een interview met Mart
Smeets van jaren geleden waarin Armstrong vertelt over zijn voorbereidingen
gedurende de week voorafgaand aan het door hem gewonnen wereldkampioenschap in
Oslo in 1993: “I did 240 kilometers, all alone. And every hour I stopped for a snickers bar and
a coca-cola. For eight hours!” En dat is precies wat de man zo uniek
maakt. Zelfs op alleen snickers en cola zou Lance nog een hele goeie zijn.