donderdag 3 mei 2012

Lekker overstappen

Het leukste van vakantie is thuiskomen. In sommige gevallen is dit zeker waar. Wanneer het echter een vliegvakantie betreft gaat deze vlieger voor mij doorgaans niet op.  Het leukste van zo’n vakantie is wat mij betreft niet het thuiskomen en vaak ook niet de  plek van bestemming maar juist de weg er naartoe. Er zijn weinig dingen relaxter om te doen dan rondhobbelen op een vliegveld in afwachting van het vertrek naar je vakantiebestemming.  Regelmatig ga ik zelfs zonder vliegticket op zak naar Schiphol om aldaar de op reis gaande mens te observeren en net te doen of ik zelf ook op het punt sta om te vertrekken om zo dat ontspannen gevoel voor even op te wekken.

Ook de reis zelf, mits niet verpest door vervelende oorpijn bij het opstijgen en landen, kan therapeutisch werken. Hoog boven de wolken staat je telefoon eindelijk eens een keertje uit en kan niemand je bereiken.

Nog mooier wordt het wanneer het geen directe vlucht betreft maar er een overstapmoment ingecalculeerd is. Het wachten op de volgende etappe van de reis is misschien wel de meest ontspannende bezigheid die er bestaat. De telefoon mag weliswaar weer aan maar ze kunnen je wel bellen, je kunt toch nergens heen. Net als in het vliegtuig ben je dus redelijk onbereikbaar, met dat verschil dat je je (na het zien van talloze afleveringen van Aircrash Investigation) niet druk hoeft te maken dat er opeens een vleugel afbreekt en je vakantie letterlijk in het water valt. Gevangen tussen vier muren maar tegelijkertijd vrij van alle zorgen.

Laatst weer eens een vliegticket moeten boeken. Met ongeveer dezelfde aankomsttijden waren er twee opties: een reis met en zonder overstap. Na bovenstaand verhaal kunt u wel raden waar mijn voorkeur naar uitging. Uiteindelijk toch maar voor de directe variant gekozen zodat er op de dag van vertrek ’s ochtends nog getraind kan worden. Trainen gaat immers nog altijd boven plezier en tijd is kostbaar. Maar stiekem had ik natuurlijk veel liever ergens een tussenstopje gemaakt. Effe lekker chillen op een vliegveld. Dat is pas vakantie!

dinsdag 1 mei 2012

Alexander Dale Oen

Hartstilstanden bij sporters lijken tegenwoordig aan de orde van de dag. Met name op de voetbalvelden komt dit helaas veelvuldig voor, al dan niet met fatale afloop. Bolton Wanderers-speler Fabrice Muamba kan het gelukkig navertellen, net als Evander Sno van RKC. Anderen, zoals Piermario Morosini (Livorno) en Marc Vivien Foe (Kameroen) , waren minder fortuinlijk en bliezen in de sportarena hun laatste adem uit.

Naast al die drama’s in het voetbal is met het overlijden van de pas 26-jarige Noor Alexander Dale Oen nu ook de zwemsport diep getroffen. Een gebeurtenis die me nog een tikje verontrustender maakt dan dat ik na al die voetbaldrama’s al was.

Natuurlijk zijn voetbalprofs ook goed getraind, maar in het zwemmen is het fysieke aspect van de sport nog veel belangrijker. Wil je als zwemmer meedraaien in de wereldtop dan moet je daar alles voor over hebben. Het lichaam van die mannen is tot in de perfectie getraind. Dat dan zelfs bij een wereldkampioen in de sterkste periode van zijn leven de belangrijkste spier van het lichaam het opeens begeeft is nauwelijks te bevatten.

Het zet je aan het denken. Iets dergelijks kan iedereen op elk moment gebeuren. Zowel topsporters als de sportieve hobbyist als de niet sportende 110 kilo wegende kantoormedewerker met een McDnonalds-voordeelkaart. Je kunt de kansen door gezond te leven wellicht verkleinen maar je kunt het niet vermijden. Beter staan we stil bij het verlies van Dale Oen en al die andere sporters, maar denken we er verder niet al te veel over na, om de kwaliteit van het leven dat je mag leven niet nodeloos te verlagen.