Wat een geweldige 500 meter hebben we vandaag kunnen zien.
Een wedstrijd waar werkelijk alles in zat. Bovenal dramatiek. Op basis van zijn
prestaties in de afgelopen twee seizoenen verdiende Michel Mulder het goud,
maar de manier waarop Jan Smeekens naar de tweede plek werd verwezen was wel
heel erg pijnlijk.
Ongeveer een halve minuut waande Smeekens zich op de top van
de Olympus. Om daar vervolgens kei- en keihard vanaf te vallen omdat de tijd
van Mulder met maar liefst vierhonderdste van een seconde werd gecorrigeerd.
Iets wat ik in al die jaren dat ik het schaatsen volg nog nooit heb meegemaakt.
De korte periode van de ‘kickfinish-hype’ daargelaten.
Wel diep respect voor
Smeekens, die vrijwel direct na de wedstrijd al ijskoud kon beweren blij te
zijn met zilver. Heel sportief natuurlijk maar ik kan daar met mijn pet niet
bij. Zelf zou ik minimaal drie weken geen daglicht hoeven zien. Hoe kun je nou
blij zijn als je de mogelijk enige kans uit je leven op Olympisch heldendom op
eenhonderdste hebt gemist?
Op dit moment is Smeekens voor het Nederlands publiek misschien
wel net zo’n groot kampioen als Michel Mulder. Maar wie weet er over vier jaar
nog wie er vandaag tweede werd? Zeg eens eerlijk, toen u vandaag Annette
Gerritsen zag zitten als analiste bij de NOS, dacht u toen aan de 1000 meter
van vier jaar geleden toen zij op tweehondersdsten het goud miste en zilver
pakte? Niet he? Waarschijnlijk wist u zonder naamondertiteling niet eens wie
die knappe blondine was. Terwijl het ganse land weet wie Mark Tuitert is, omdat
één van de weinige wedstrijden die hij ooit heeft gewonnen toevallig een
Olympische race was.
Dat is het verschil tussen een topprestatie en een
legendarische prestatie. Het verschil dat vandaag met éénhonderdste in het
nadeel van Jan Smeekens is uitgevallen. “Zilver met een gouden randje”, zou
Herbert Dijkstra gezegd hebben. Ik gun het Smeekens van harte dat iedereen zijn
prestatie zo zal blijven herinneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten