dinsdag 15 juni 2010

WK-column: Ongeremd enthousiasme

Één ding is zeker, het WK leeft enorm hier in Zuid-Afrika. Het begon al direct bij aankomst op de luchthaven. Tientallen kleurrijk uitgedoste Argentijnen, Mexicanen en Hondurezen maakten er een feestje van nog voor de eerste bal getrapt was.

Onze gastheer kwam ons van het vliegveld ophalen. Ook hij is volledig bevangen door het WK-virus, getuige zijn auto die hij speciaal voor de gelegenheid heeft omgetoverd tot officieel WK-voertuig. Op de weg lokt deze bolide bijzonder veel opgestoken duimen en andere enthousiaste reacties uit.

‘Jo’burg is ready’, staat er op de borden langs de snelweg. Veel auto’s rijden met vlaggetjes op hun auto en de helft van de Zuid-Afrikanen, waaronder een rechter in functie, draagt het shirt van het nationale team. Tijdens de massale steunbetuiging aan ‘Bafana Bafana’ in het centrum van Johannesburg is het helemaal duidelijk. Het toernooi is hier op de juiste plaats.

De komst van dit enorme evenement heeft het land in zijn greep. Op de radio gaat het de hele dag over niets anders dan de world cup. De kranten komen ruimte te kort om hun trots te laten blijken. Na de openingswedstrijd werd er geschreven dat ‘we’ afgeschilderd werden als dromers maar dat dit resultaat (1-1 tegen Mexico) aantoont dat ‘we’ wel degelijk iets in onze mars hebben. Ook goede resultaten van de andere Afrikaanse deelnemers worden luid bejubeld. Want het WK is niet alleen van Zuid-Afrika maar van het gehele continent.

In de Nederlandse media was de teneur de laatste maanden beduidend anders. Men focuste zich vooral op het gebrek aan veiligheid en mogelijke terreuraanslagen. Van enig gevaar is hier echter niets te merken. Zelfs niet tijdens de gevreesde wedstrijd USA-Engeland. Volgens verschillende bronnen zou Bin Laden deze match aangrijpen om het stadion op te blazen en zo de Verenigde Staten een flinker loer te draaien. Amerikaanse vrienden van onze gastheer zaten afgelopen zaterdag op de tribune in Rustenburg maar hebben zich geen moment zorgen gemaakt.

Net als USA-Engeland stond ook de wedstrijd Nederland-Denemarken op de nominatie voor een terreuraanslagje. Ook hier gebeurde echter niets. Op het veld gebeurde er helaas ook bar weinig waardoor er niet veel te genieten viel. De voor- en napret was gelukkig goed verzorgd. Bovendien was het resultaat natuurlijk wel naar wens en kan het Soccer City Stadium met recht een indrukkwekkend stadion worden genoemd. Daarbij vergeleken is het Philips Stadion maar een klein kommetje.

Volgende halte is Durban, een kleine zes uur rijden vanuit Johannesburg. Geen ongevaarlijke weg werd er gezegd, maar daar ben ik na de ervaringen van de afgelopen week niet bang meer voor. Met de vuvuzela in de aanslag (ik heb inmiddels schrale lippen van het blazen op dat ding) gaan we op weg naar de wedstrijd tegen Japan.


Deze column verschijnt op 17-6-2010 in Brabants Centrum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten