zaterdag 10 juli 2010

WK-column: Offers brengen

Bij ieder groot eindtoernooi komt op één of ander moment dezelfde vraag bij mij naar boven: wat zou ik over hebben voor een titel voor Oranje? Zou ik bijvoorbeeld een onvoldoende willen scoren voor een tentamen waar ik hard voor gestudeerd heb als ik daarmee de victorie van het Nederlands elftal veilig zou stellen? Ik legde dit dilemma onlangs voor aan een aantal (vrouwelijke) klasgenoten. Zij waren het er unaniem over eens: dan maar geen wereldbeker.

‘Ja, maar…’, zo trachtte ik een discussie op gang te brengen, ‘dat kun je toch niet maken ten opzichte van al die andere Nederlanders? Daarmee zou je het geluk van heel veel mensen negatief beïnvloeden.’ Reactie daarop: ‘Nou en, zij doen toch ook niks voor mij?’ Tja, uiteindelijk draait het voor de meesten toch allemaal om de persoonlijke BV, zoals ik dat een wieleranalist laatst hoorde zeggen.

Goed, stel dat we andermans geluk even buiten beschouwing laten. Hoeveel plezier heb je zelf van een Nederlandse wereldtitel? En weegt dat op tegen het persoonlijk drama van het niet halen van een toets en daardoor misschien niet door mogen met de opleiding? Voor mij iedere twee jaar weer een echte breinbreker. De WK-gekte is maar tijdelijk, de studie en de daaropvolgende beroepskeuze is langetermijnwerk. Aan de andere kant geniet ik nu bijvoorbeeld nog steeds van het bizarre kampioenschap van PSV in 2007. Bijzonder lastig om te kiezen.

Het meest ideale scenario zou natuurlijk zijn én wereldkampioen worden én mijn tentamens halen. Voor mijn gevoel kan het echter nooit allebei. Zo gul kan de Heer gewoonweg niet zijn. Wat dat betreft is de prognose voor aanstaande zondag niet gunstig, want inmiddels is duidelijk dat ik alle drie de toetsen die ik na mijn trip naar Zuid-Afrika heb gemaakt ook daadwerkelijk heb gehaald. Gelukkig heeft mijn auto, die ik pas een jaar heb, vandaag definitief het loodje gelegd. Worden we misschien toch nog wereldkampioen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten