donderdag 16 juli 2009

Tourcolumn: Abdoe

Hoewel de etappezege vandaag naar een vrijbuiter ging (de Deen Nicki Sörensen was de sterkste van een kopgroep) stonden de afgelopen dagen vooral in het teken van Mark Cavendish. Met zijn twee overwinningen in deze week staat de teller inmiddels al op vier. Alle massasprints waaraan hij deelnam wist hij te winnen. En bijzonder overtuigend ook. Het enige waar ‘Cav’ zich vandaag de dag nog het hoofd over breekt is met wat voor origineel vreugdegebaar hij dit keer weer over de finish zal komen. Waarom hij afgelopen dinsdag zijn bril in zijn vreugdedansje betrok is me overigens een compleet raadsel.

De kopman van Team Columbia is bezig zich bij de beste spurters uit de tourhistorie te rijden. Nog niet zo lang geleden domineerde Alessandro Petacchi het sprintgebeuren in La Grande Boucle. De Italiaan was de natuurlijke opvolger van zijn landgenoot Mario Cipollini. ‘Mooie Mario’ was ongetwijfeld de meest charismatische sprinter in de geschiedenis van het wielrennen. Vedettegedrag was hem niet vreemd en met zijn provocerende outfits liet deze playboy menig wenkbrauw fronsen. Verder hebben ook renners als Erik Zabel en Tom Boonen hun stempel gedrukt op vele massasprints. Maar hoe dominant en excentriek deze mannen ook waren, er is geen sprinter waar ik liever naar keek dan naar Djamolidin Abdoesjaparov.

Abdoesjaparov, door Mart Smeets veelal ‘Abdoe’ genoemd. Dit bracht mij als zeer jeugdig tourvolger vaak in verwarring. Ik heb me regelmatig afgevraagd welke renner er nu eigenlijk vooraan fietste, Abdoe of Abdoesjaparov. Het duurde even voordat ik me realiseerde dat het één en dezelfde persoon was.

‘De cowboy van Tasjkent’, ‘De dolle Tartaar’ en ‘Tasjkent Terror’, bijnamen die eigenlijk al genoeg zeggen over zijn manier van sprinten: doldriest, volle bak erin en iedereen die hij op zijn pad vindt heeft pech gehad. Een sprint met Abdoe stond garant voor spektakel. De Oezbeek trok en smeet dat het een lieve lust was. Vaak ging het goed, maar niet altijd.

Menig wielerliefhebber zal zich de slotetappe van de Tour van 1991 nog wel herinneren. Op de Champs-Élysées ging Abdoesjaparov in de groene trui als een dolle stier op de meet af. Hij vergat echter om voor zich te blijven kijken en knalde ongenadig hard de omheining in. Abdoe werd gelanceerd en bleef lange tijd gewond op de grond liggen. Om de groene trui te winnen moest hij echter de finish passeren. Ondersteund door meerdere mensen kwam hij uiteindelijk over de streep om vervolgens direct te worden afgevoerd naar het ziekenhuis.

Laurent Jalabert crashte in de Ronde van Frankrijk van 1994 eens op een soortgelijke manier en heeft zich daarna nooit meer in massasprints gemengd. Abdoe wel. Die won daarna nog een flink aantal etappes en mocht nog vaak de groene trui aantrekken. Echte sprinters zijn nou eenmaal waaghalzen die het gevaar niet uit de weg gaan.

Vandaag de dag is Mark Cavendish de held van het sprintgeweld. In het groen winnen op de Champs-Élysées is zijn doel. Wat mij betreft kunnen we hem alvast opschrijven. Mits hij voor zich blijft kijken natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten