vrijdag 24 juli 2009

Tourcolumn: Ma(a)rt(en)

Het moet in het jaar 2004 geweest zijn. Welke wedstrijd weet ik eerlijk gezegd niet meer. Ik meen de Classica San Sebastian, maar het kan net zo goed L-B-L geweest zijn. Ik zette de tv aan en hoorde voor het eerst het stemgeluid van Maarten Ducrot. Geen idee wie die kerel was. Toen hij zijn kilometers maakte in het profpeloton was ik nog te klein om iets van wielrennen te snappen.

Feit was dat ik niet zo blij was met de keuze van de NOS. ‘Wat een ontzettend saaie gast, die Ducrot!’, dacht ik. Ik heb het in het vervolg nog wel een paar keer geprobeerd. Sommige dingen moet je immers leren waarderen, maar net als koffie en bier ging Maarten er bij mij echt niet in. Uiteindelijk ben ik toen maar overgestapt op ‘d’n Bels’, alwaar het wielercommentaar al sinds jaar en dag prima verzorgd is. Mijn loyaliteit aan de NOS gooide ik overboord.

Dat ging niet zonder moeite, want ik was bij die omroep toch jarenlang verwend met heerlijk wielercommentaar. Ik rolde de wielerwereld in ten tijde van het commentaarduo Jean Nelissen en Mart Smeets.Wat konden die mannen vertellen! Zelfs de langste vlakke etappes waren nooit saai, want Jean wist altijd wel weer een mooi verhaal uit de analen van de Ronde op te snorren. Mart en hij vulden elkaar perfect aan. Daar zaten twee wielerfanaten die genoten van hun werk. Dat hoorde je gewoon.

Van Mart naar Maarten is een grote stap. In de tussentijd had Herbert Dijkstra zich gemeld in het commentaarhokje en waagde ook Erik Breukink zich aan een leven als verslaggever. Laatstgenoemde deed dit niet onverdienstelijk. Erg prettig om naar te luisteren. Ik baalde er dus ook goed van toen ‘De Breuk’ zijn plaats afstond aan ‘De Koning van Biafra’.

Na een paar jaartjes te hebben vertoefd bij Michel Wuyts en zijn collega’s, besloot ik toch maar weer eens een kijkje te nemen bij de NOS. En verdomd, die Ducrot zat er nog steeds. Altijd maar weer dat gezeik over het oude en het nieuwe wielrennen. Die termen kon ik echt niet meer aanhoren. Hup, snel maar weer zappen naar de zuiderburen dus.

Maar toch, steeds vaker keerde ik vervolgens ook weer terug naar Nederland 1. Herbert heeft namelijk, net als Jean en Mart, de gave om mooie verhalen te vertellen. Dit gegeven gebruikte ik toen maar als excuus om de NOS aan te zetten. Dat veranderde toen ik Maarten op een zeker moment op een grapje betrapte. En een tijdje later nog één en nog één. Ook kwam hij steeds vaker met puntige uitspraken op de proppen.

Middels deze oneliners creëerde hij zijn eigen stijl. Het internet staat tegenwoordig vol met uitspraken van Maarten Ducrot. Met teksten als “Hij gaat zo hard, het lijkt wel of hij een brommer heeft ingeslikt” en “Dan kan je duizend keer Di Luca heten maar dan word je er gewoon afgereden” kun je mij vrolijk maken. Maarten’s vocabulaire is als het heelal: ooit heel klein begonnen, nu zeer omvangrijk en het blijft zich alsmaar uitbreiden. Hoogtepunt van deze tour is een quote over Andreas Klöden die in de koninginnerit een klein hongerklopje kreeg en derhalve tegen het eind van de wedstrijd nog wat moest eten: “Hij stak nog snel even drie repen in zijn mond en ook nog twee in zijn oren.” Als je zoiets verzint dan ben je wat mij betreft gewoon geniaal!

En zijn filosofische insteek? Die is eigenlijk helemaal zo gek nog niet. Je moet alleen even doorhebben hoe hij het één en ander bedoelt en hoe hij als mens in elkaar steekt. Pas toen ik wist dat hij van huis uit psycholoog is ging ik hem beter begrijpen. Het mooie van Maarten vind ik dat hij als geen ander het belang van (wieler)sport kan relativeren, maar dat diezelfde Maarten bij de finish van elke touretappe uit enthousiasme “alvast uit het raam gaat hangen om de finish met eigen ogen te zien”. Een man naar mijn hart.

Het was een lang en zwaar proces. Ik ben zelfs een paar keer vreemdgegaan, maar uiteindelijk ben ik nu weer terug bij mijn jeugdliefde en is onze relatie sterker dan ooit. Wat mij betreft gaat de NOS nog een tijdje door met het duo Dijkstra/Ducrot, twee wielerfanaten die elkaar perfect aanvullen en die genieten van hun werk. Dat hoor je!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten